Ja! Sinds 15/06/2007 dient bij de afsluiting van een huurovereenkomst die betrekking heeft op de hoofdverblijfplaats van de huurder, verplicht een geschrift te worden opgesteld (artikel 1 bis van de huurwet).
Het geschrift moet het volgende inhouden:
- de identiteit van alle contracterende partijen;
- de begindatum van de overeenkomst;
- de aanwijzing van alle ruimtes en gedeelten van het gebouw die het voorwerp van de verhuur zijn;
- het bedrag van de huur;
Indien enkel een mondelinge overeenkomst voorhanden is, kunnen zowel de huurder als de verhuurder eisen dat een geschrift wordt opgesteld. Dit door de tegenpartij aangetekend of bij deurwaardersexploot in gebreke te stellen. Indien binnen de acht dagen na deze ingebrekestelling nog steeds geen schriftelijke overeenkomst werd opgemaakt, kan de meest gerede contracterende partij de andere partij via gerechtelijke weg verplichten om een schriftelijke overeenkomst op te stellen, te vervolledigen of te ondertekenen. Indien nodig kan zelfs verzocht worden dat het vonnis de waarde zou hebben van een schriftelijke huurovereenkomst.