De huurder kan op elk ogenblik de woninghuurovereenkomst opzeggen mits nalezing van een opzegtermijn van 3 maanden. Deze opzegtermijn gaat in op de 1ste dag van de maand volgend op de opzeggingsmaand.
Echter, indien de woninghuurovereenkomst wordt opgezegd binnen de eerste drie jaren, is er een opzegvergoeding verschuldigd. Deze opzegvergoeding wordt bepaald in functie van het tijdstip waarop de huurovereenkomst wordt beëindigd. Wanneer de woninghuurovereenkomst wordt beëindigd in het eerste, tweede of derde jaar, dan bedraagt de vergoeding 3, resp. 2 of 1 maand.
Wat bij opzegging door de verhuurder?
Wanneer de woninghuurovereenkomst wordt opgezegd door de verhuurder, kan de huurder steeds een tegenopzeg doen van 1 maand, zonder dat er een schadevergoeding moet worden betaald, ook al gebeurde de opzeg tijdens de eerste drie jaar van het huurcontract.
Let op!
Indien de huurovereenkomst niet werd geregistreerd binnen een termijn van 2 maanden volgend op de sluiting van het contract (regeling van toepassing vanaf 1 juli 2007) dan kan de huurder die de gehuurde woning als hoofdverblijfplaats gebruikt op ieder ogenblik en zonder na te leven formaliteiten, de huurovereenkomst beëindigen (art. 3 § 5, derde lid woninghuurwet). Dit artikel van de woninghuurovereenkomstenwet is enkel van toepassing op woninghuurcontracten aangegaan voor een periode van 9 jaar. Deze maatregel geldt dus niet voor huurovereenkomsten van korte duur.